Achtergrond

Tekst: Müzeyyen Çolak Uysal en Mirjam de Heer
Illustratie: Sterre Kranenburg

Ver voor mensen gingen schrijven, spellen en grammaticaregels opstelden, vertelden ze elkaar al verhalen. Ze zochten woorden en formuleerden zinnen om hun ideeën en gevoelens te delen. Er was geen goed of fout, geen waarheid, alleen plezier en verbinding. Dat is wat verhalen kunnen brengen.

Lees Je Rijk

Lees je rijk!

Onderwijs in literatuur is niet hetzelfde als onderwijs in taal. Het staat ernaast en heeft een eigen waarde. Waar taalonderwijs kinderen de regels bijbrengt voor spelling en grammatica en de techniek leert van het begrijpend lezen, stimuleert literatuuronderwijs hen te lezen, creatief te zijn met taal, hun woordenschat te verrijken en te zoeken naar hun eigen taal en verhaal.
Met de focus op taalonderwijs, op methodes en leerdoelen is literatuuronderwijs op de achtergrond geraakt. En dat is jammer, want juist in literatuuronderwijs ligt de sleutel tot leesplezier, de rijke woordenschat en de brede blik die we kinderen mee willen geven. Door teksten en boeken met een rijke taal aan te bieden en over deze teksten en boeken te praten, ontwikkelen kinderen ook een rijke woordenschat.
Rijke teksten zijn authentieke teksten over voor leerlingen herkenbare thema’s. Denk bijvoorbeeld aan: liefde, vriendschap, vrede, oorlog, vluchten, water. Een rijke tekst is gelaagd, heeft een duidelijke structuur en het taalgebruik is origineel. Door te praten over rijke teksten oefenen leerlingen om hun ideeën, ervaringen en gevoelens onder woorden te brengen. Ze leren andere perspectieven kennen en verruimen spelenderwijs hun normen en waarden. En dat maakt literatuur voor kinderen zo veilig en zo leuk. Het is een win-win. Maar hoe werk je als leerkracht aan literatuuronderwijs? Leesconsulent Müzeyyen Çolak Uysal van de Bibliotheek Utrecht geeft een aantal praktische tips.

Plan tijd in
Ruim dagelijks minimaal 20 minuten lezen in een zelfgekozen boek en 20 minuten voorleestijd in. Tien minuten is te kort. Lees je iets langer, dan komen woorden terug, ze beklijven beter en er ontstaat verbinding met het verhaal. In 20 minuten duik je echt in het verhaal.
Daarnaast plan je tijd in om na het voorlezen met je leerlingen na te praten over wat je gelezen hebt. En organiseer een boekenkring waarin leerlingen vertellen over wat ze zelf hebben gelezen. Vraag hen naar hun leeservaring. Wat voelden of dachten ze toen ze luisterden naar het verhaal? Naar hoe zij zelf zouden reageren als hen gebeurt wat de hoofdpersoon gebeurt en waarom ze moesten lachen. Vind je het lastig om zelf vragen te formuleren? Dan zijn Aidan Chambers’ leeskaarten echt iets voor jou! Die geven je allemaal open vragen die je de leerlingen kunt stellen. Door over het verhaal te praten verrijken kinderen hun woordenschat. Ze leren nieuwe woorden die ze gelezen hebben te gebruiken in hun eigen zinnen en maken zich zo deze nieuwe woorden eigen.

Strooi Illustratie

Help kinderen kiezen
Koppel de boeken die je aanbiedt eens aan de thema’s die je bij de andere vakken behandelt. Of aan de actualiteit. Stort er een vliegtuig neer? Zoek dan naar een boek dat daarop aansluit. Werk je aan de Tweede Wereldoorlog? Leg dan in de klas kinderboeken die zich afspelen in deze tijd neer. Dan verdiep je het lezen én het thema in één keer. Leesconsulenten kunnen je helpen om uit het enorme aanbod van prachtige kinderboeken de boeken te vinden die goed aansluiten op de doelgroep en op het thema.
Er zijn ook verschillende methodes om kinderen te helpen boeken te kiezen die buiten hun eigen comfortzone liggen. Je kunt bijvoorbeeld een aantal boeken inpakken, de flaptekst voorlezen en leerlingen laten kiezen welk boek ze op basis daarvan uit willen pakken. Je kunt ook een serie boeken van dezelfde schrijver uitdelen waardoor kinderen geprikkeld worden hun boeken met elkaar te bespreken en te vergelijken. Ook een leuke manier is boekensushi. Je laat dan een stapel boeken door de klas rouleren. Ieder kind mag vijf minuutjes aan een boek proeven door een pagina te lezen of de flaptekst en de illustraties te bekijken. Door van het kiezen van een nieuw boek een feestje te maken prikkel je de fantasie van de leerlingen en stimuleer je hun behoefte aan lezen.

Koester ieders taalkracht
Waar onderwijs in spelling en grammatica gaat over goed of fout, gaat het bij literatuuronderwijs om eigenheid en creativiteit. Die bereik je door methodes en oordelen juist los te laten. Je bent in een gesprek over literatuur als leerkracht niet de corrector die fouten verbetert maar de helpende hand die een kind laat zien dat zijn eigen taal en verhaal er mogen zijn. Je focust niet op wat er mis is met het taalgebruik van een kind, je koestert hun taalkracht en respecteert hun mening.
Dit betekent dat je voortdurend zoekt naar wat voor een kind werkt of past. Voor een kind met dyslexie is het vaak heel fijn als het niet alleen zelf leest, maar het boek tegelijkertijd ook wordt voorgelezen. Luisterboeken kunnen deze leerlingen helpen om van lezen te genieten en zich erin te ontwikkelen.
Kinderen die een andere moedertaal hebben of meertalig zijn vinden het soms lastig om hun gevoelens en gedachten in het Nederlands goed te benoemen. Geef hen ruimte om woorden uit hun moedertaal of tweede taal te gebruiken in hun Nederlandse zinnen. Door daarna samen naar het bijbehorende Nederlandse woord te zoeken vergroot je hun woordenschat op een voor hen prettige manier. Woorden uit andere talen verrijken je Nederlands, ze vervuilen het niet. Bij een global community als de onze is het gebruik van woorden uit andere talen juist een kans om het Nederlands te versterken.

Prikkel de fantasie
Kinderen hebben van nature een rijke fantasie. In hun spel verzinnen ze hele nieuwe werelden en oefenen ze met verschillende rollen. In boeken wordt die fantasie gestimuleerd, omdat boeken hen meenemen naar werelden waarvan ze het bestaan niet kenden en hen personages laten ontmoeten die ze in het gewone leven niet tegenkomen. Lezen is reizen in je verbeelding. En hoe meer je leest, hoe meer je eigen verbeeldingskracht zich ontwikkelt. Lezen geeft je bovendien de tools, de woorden, de voorbeelden, waarmee je zelf aan de slag kunt.
Verhalen vertellen kan op veel manieren. De een vertelt het liefst in tekst op papier, maar een ander maakt liever een trailer, een poster, een rap of een scène. Geef als leerkracht ruimte om kinderen te laten zoeken naar de taal en vorm die bij hen past. Een boekenkring hoeft geen PowerPointpresentatie te zijn, het kan ook anders.

 

Kosten: gratis artikel uit magazine Prikkels

Deel deze pagina op social media

Prikkels

Sinds 2013 maakt Plein C het tijdschrift Prikkels. Gekoppeld aan een actueel thema vind je in dit leukste magazine over cultuureducatie praktische lestips en tools, achtergronden en interviews. Sinds 2018 brengen we het tijdschrift samen met onze collega-organisatie Kunst Centraal uit. Het tijdschrift wordt naar alle basisscholen in de provincies Noord-Holland en Utrecht gratis verzonden.  

Logo Prikkels Nieuw (1)